Op weg naar een nieuwe TerrAgenda. Verslag ambassadeursbijeenkomst 11 november 2019

Verslag van de bijeenkomst Initiatief Bewust Bodemgebruik, 11 november 2019. 
Verslag Alexis de Roode, tekeningen Eva Flendrie.

In 2020 presenteert het Initiatief Bewust Bodemgebruik (IBB) een nieuwe TerrAgenda: een agenda voor duurzaam bodem- en landgebruik, gericht op de directe en indirecte gebruikers van het bodem- en watersysteem. Het IBB wil hiermee samenwerking zoeken, inspiratie bieden, en zorgen voor verdieping. Op 11 november 2019 kwamen ongeveer 15 bodemambassadeurs en 30 genodigden (beleidmakers, adviseurs, wetenschappers, ondernemers) bijeen bij het Waterschap Vallei en Veluwe te Apeldoorn, om samen de belangrijkste punten voor de TerrAgenda 2020 te bepalen.

Water speelde deze dag een prominente rol. De vergadering vond plaats in een zaal met een blauw tapijt gemaakt van oude visnetten en buiten regende het pijpenstelen. Job van den Berg (RoyalHaskoning DHV) zorgde als plaatsvervangende dagvoorzitter voor een stabiele koers in de gesprekken en zette de kraan voor publieksparticipatie wijd open. Ambassadeur Tanja Klip-Martin was als dijkgraaf van Waterschap Vallei en Veluwe de gastvrouw. Zij deed het welkomstwoord. Ze bracht in herinnering hoe het nut van bodembewustzijn in 2008 meteen al bleek, toen de provincie Drenthe de eerste structuurvisie voor de ondergrond maakte. Een warmwaterbel in de ondergrond bleek erg relevant voor beslissingen over nieuw te bouwen woonwijken. Tanja pleit voor ‘grensontkennend’ samenwerken. Want natuurlijke processen trekken zich niks aan van bestuurlijke en geografische grenzen.

Klaas van Egmond: een nieuwe waardeneconomie

Na de opening is het woord aan Klaas van Egmond, faculteitshoogleraar Geowetenschappen aan de Universiteit Utrecht en auteur van o.a. het boek Homo Universalis. In een klein uur stort hij een zee van ideeën over de toehoorders uit. Hij pleit ervoor om de economie opnieuw in te richten op basis van een nieuw moreel kompas, en een grondige herziening van het financiële systeem. Landbouwgronden moeten daarbij liefst weer publiek domein worden. Leo Klaassen, directeur-secretaris Omgevingsdienst Haaglanden, reageert op de lezing met een waarschuwing: ingrijpende transities kunnen leiden tot volksopstand, dus hoe kleed je dat in? De inspirerende lezing is na te luisteren en kijken op:

Hoe je verandering in gang kunt zetten

In de aansluitende zaaldiscussie (niet op film) wijst ambassadeur Kien van Hövell erop dat je verandering ook met positieve voorbeelden kunt aanzwengelen. Ze vertelt over de regeneratieve boerderij ‘Bodemzicht’ die vanaf 2020 op Landgoed Grootstal operatief zal zijn. Zulke initiatieven kunnen helpen om de omgang met onze bodems vooruit te helpen.

Marcel Koeleman van DCMR vraagt hoe je een visionair verhaal als dat van Klaas van Egmond politiek gerealiseerd krijgt met een premier als Rutte, die zegt geen visie nodig te hebben. Klaas van Egmond adviseert om het hogerop te zoeken, bij de Franse president Macron. In maart 2019 heeft hij Nederland aangeboden om in Europees verband af te spreken wat we onder ‘vooruitgang’ verstaan.

Rondetafelgesprek: komen tot punten voor de TerrAgenda 2020

Na de onstuimige ideeënstroom van Klaas van Egmond is het tijd voor een rondetafelgesprek om toe te spitsen op het bodem- en watersysteem, en met concrete agendapunten te komen. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de stapeling van bodemfuncties; want de bodem wordt op zoveel manieren gebruikt dat die functies vaak met elkaar in conflict komen.

Job nodigt vier sprekers op het podium: naast gastvrouw Tanja Klip is dat Mary Fiers, directeur van het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB); Bas van de Griendt, Stratego Advies; en Ronald Rovers, auteur van het boek Gebroken Kringlopen. Zij doen elk een voorzet.

Mary Fiers: “Niet polariseren tussen landbouw en natuur, duurzamer verpachten”

Mary Fiers werkt in Noord-Brabant aan het realiseren van een grootschalig natuurnetwerk. Ze vertelt dat het GOB is opgericht in 2014, toen staatssecretaris Bleker alle natuurplannen wegbezuinigde. Provincie Noord-Brabant wil doorgaan met dat werk en besteedt de opbrengst van de verkoop van Essent eraan. Met als concreet doel het realiseren van 10.000 hectare natuur, bij voorkeur in combinatie met andere functies zoals voedsel, energie, en recreatie. De grond komt veelal uit de landbouw. “Functies combineren is heel moeilijk” zegt Mary. “Landbouw en natuur zijn  gescheiden werelden, dus je verdwaalt in een woud van regelgeving. De kunst is om het midden te blijven zoeken en niet te gaan polariseren.” Een van de belangrijkste dingen die moet veranderen volgens Mary Fiers, is het wijzigen van het pachtbeleid. In Noord-Brabant was een maximale pachtprijs het leidende principe bij het verpachten. Dat moet afgelopen zijn. “Je hebt helemaal niks aan kringloopbeleid als je de hoogste prijs voor je pachtgrond wilt.”

Tanja Klip: “Grensontkennend samenwerken, stoppen met oud beleid en keuzes maken”

Tanja Klip vertelt hoe haar waterschap ‘grensontkennend samenwerken’ in de praktijk brengt. Ze werkt o.a. samen met drinkwaterbedrijf Vitens, met de provincies Overijssel en Gelderland en met drie naburige waterschappen. Want ondergrondse waterstromen trekken zich niks aan van grenzen. Het water dat in de Veluwe de diepe zandlagen inzakt, komt in Flevoland als brandschoon kwelwater weer naar boven – en wordt daar het IJsselmeer in gepompt. “Waarom geen waterbekkens in Flevoland?” De situatie in Nederland verandert snel, daardoor wordt het combineren van functies moeilijker. “Wij dachten dat natuurontwikkeling en drinkwater altijd samen kunnen. Maar Vitens geeft nu aan dat ze grenzen bereiken. Dus natuur en drinkwater gaat nu niet meer altijd samen.” Een belangrijk agendapunt is om te stoppen met het invullen van oud, achterhaald beleid, aldus Tanja Klip. Er worden soms kapitalen besteed aan oude projecten à la ‘Wateraardbei terug in de Drentse Aa’, terwijl inmiddels nieuwe, grotere uitdagingen spelen. Er moeten nieuwe keuzes gemaakt worden.

Bas van de Griendt: “Kijk beter naar de bodem in stedelijk gebied”

Bas van de Griendt, ambassadeur, Stratego Advies, publiceerde in 2009 zijn proefschrift Grond voor Zorg, over de impact van bodemvervuiling op de woningmarkt. Hij vraagt om aandacht voor de bodem in de stedelijke omgeving. “Bodemvervuiling staat nog steeds in de top-3 van belangrijkste dossiers voor vastgoed. In de Merwedekanaalzone in Utrecht willen ze nu 250 woningen per hectare bouwen om de groei te accommoderen. Zo’n dichtheid schreeuwt om meer aandacht voor de bodem. Groen is van essentieel belang voor de leefbaarheid in stedelijk gebied en dat wordt een knellende uitdaging als je het buitengebied niet wilt volbouwen.”

Ronald Rovers: “Terug naar de basis, namelijk de fysische mogelijkheden”

Ronald Rovers is auteur van het boek Gebroken Kringlopen dat gaat over volhoudbaar landgebruik. In tegenstelling tot Klaas van Egmond heeft hij weinig vertrouwen in het veranderen van het financiële systeem. Het waardensysteem van Van Egmond is hem te antropocentrisch. Hij pleit ervoor om “fundamenteler te denken”, namelijk vanuit natuurwetten. “Je moet terug naar de basis: de fysische mogelijkheden van elk gebied.” In de landbouw wordt nu zes keer zoveel energie gebruikt als er aan voedselenergie uit komt. Een kernwoord voor Rovers is “exergie”, het werkelijk te benutten deel van een energiestroom. “De exergetische potentie van een gebied bepaalt wat je ermee kunt doen. Dat bepaalt hoeveel je kunt telen, hoeveel je kunt huisvesten etc.”

Pioniers helpen om door obstakels in regelgeving heen te breken

Vervolgens wordt dieper ingegaan op de aangekaarte onderwerpen. Mary Fiers vertelt hoe ze verandering probeert te realiseren: “Landbouw is ingekaderd en dichtgeregeld. Natuur idem dito. Als een burger komt met een mooi plan voor een voedselbos, dan voldoet dat niet aan vastgestelde natuurdoeltypes. Zowel landbouw als natuur plaatsen het plan buiten hun cirkel. Dat levert onder andere fiscale onduidelijkheid. Maar als er geen fiscale duidelijkheid is, kan er niks gerealiseerd worden. Het GOB probeert mensen daarbij te helpen. We zijn al een jaar in gesprek met de belastingdienst over de combinatie natuur en voedsel. En als het lukt gaan we dat project uitvergroten, zorgen dat andere mensen het zien. De zoektocht is: welke voorbeelden werken zo goed dat je ze kan kopiëren.”

Veranderen vanuit het huidige systeem en/of systeemverandering?

Tanja Klip stelt dat het GOB werkt aan verandering binnen het bestaande systeem. Je kunt ook proberen het systeem zelf te veranderen, zegt ze. In de Veluwe doet men dit door het bodem- en watersysteem bijeen te brengen. Ze hoopt dat de Blauwe Omgevingsvisie als voertuig voor verandering gebruikt kan worden. Ronald Rovers sluit zich bij Tanja aan. Hij wil ook een fundamentele herijking, op basis van fysische parameters: “Kijk eerst wat je aan bodem, water, energie, bronnen hebt, en kijk daarna wat je ermee kunt doen.”

Mary geeft (desgevraagd door Job) aan niet te willen wachten op nieuw beleid. Dat gaat te lang duren. “Een stip op horizon is belangrijk. We moeten weten waar we ongeveer heen gaan. Maar we moeten nu al aan de slag, er is teveel aan de hand. Als ik eerst een nieuwe beleidslijn en budget moet gaan regelen, ben ik zo een jaar verder.”

Ruimte voor inclusieve, groene landbouwmodellen

Ambassadeur Piet IJzendoorn, BD-boer sinds 1972, wijst erop dat boeren niet alleen uitgekocht hoeven te worden. “Je kunt ook met de natuur mee boeren. Het is een win-win als je landbouw en natuur kunt verbinden zodat het een eenheid wordt. Landbouw is veel meer dan voedsel. Multifunctionele landbouwbedrijven bieden zingeving en een inclusieve leefstijl, waarin allerlei soorten mensen een plaats vinden.”

Kien van Hövell onderstreept dat meervoudige waardecreatie in de landbouw mogelijk is, als de overheid maar ruimte geeft: “Op onze regeneratieve boerderij Bodemzicht creëren we waarde voor meerdere partijen tegelijk. Staatsbosbeheer gaat voor de das. Gemeente Nijmegen gaat voor de verkorte keten. En wij gaan voor een waarde-gedreven ondernemersmodel. We kunnen elkaar prima versterken. Wat ik van de overheid nodig heb, is dat zij haar handen eraf haalt.”

Roland Rovers is het ermee eens: “Er is geen wezenlijk verschil tussen landbouw en natuur. Waar het om gaat is dat je een hectare gebruikt binnen zijn potentie. De hoogste energieopbrengst bereik je bijvoorbeeld met een voedselbos.”

Langdurige pacht maakte vergroening in de landbouw mogelijk

De vernieuwing in de landbouw zit vooral bij de jongere generaties. Piet IJzendoorn kent veel zoons en dochters van boerderijen die groener, minder intensief willen werken. Maar de grondprijs is vaak een belemmering. Mary Fiers staat ervoor open, zegt ze: “We moeten nieuwe toetreders stimuleren. Daarom hebben we als GOB aan de provincie voorgesteld om niet alleen grond te kopen en verkopen, maar ook langdurig te verpachten.”

Stijgend water en bodemdaling vraagt om fundamentele gebiedskeuzes

Tanja Klip hamert erop dat de veranderde omstandigheden de gebruiksmogelijkheden van grote gebieden fundamenteel kunnen veranderen. Tanja: “In de kwekerijen rond Boskoop is verzilting een groot probleem. Er is al twee keer een nieuw ingewikkeld systeem bedacht om zoet water bij de bomen te krijgen. We moeten ons afvragen of die grond wel altijd agrarisch kan blijven. Moet je daar niet breder over praten? Hoe lang kunnen we de dijken nog verhogen en verzwaren? We zitten in een tijdsgewricht waarin de potentie van een stuk grond wezenlijk kan veranderen.”

Wethouder in Weert: wetgeving loopt ernstig achter

Ambassadeur Geert Gabriëls, wethouder in Weert, vertelt dat hij in zijn pogingen om natuurwaarden in Weert te beschermen, vaak door de rechter wordt teruggefloten. “Zolang ik grond opkoop is alles ok. Maar als ik wil sturen via vergunningen of bestemmingsplannen, krijg ik altijd de rechter tegen me.”

Geert Gabriëls wil in zijn gemeente liever het duurzame landbouwinitiatief Herenboeren met vijf varkens, dan een geitenboerderij met duizend geiten. Maar door de starre regelgeving en één protesterende omwonende komen er nu toch duizend geiten.

Een stedelijk perspectief op het water- en bodemsysteem

Bas van de Griendt herhaalt zijn pleidooi voor meer aandacht voor de rol van bodem en water in de stad, want “de verstedelijk gaat in een enorm tempo door.”

Joke van Wensem van het Ministerie Infrastructuur & Waterstaat vindt het een dilemma om de uitbreiding van steden naar het buitengebied tegen te houden: “Wonen is een primaire behoefte en veel van ons grondgebied is bezit van de landbouw. Een groot deel daarvan produceert voedsel voor de export en zet daarmee het wonen klem. Ik wil daarom af van idee dat bodem onder stedelijk gebied per definitie verloren is. Kunnen we de bodem onder woongebieden herwaarderen?”

Ronald Rovers vindt dat er te makkelijk van wordt uitgegaan dat er bijgebouwd moet worden: “We moeten vooral kleiner gaan wonen, vanwege energiegebruik en klimaat. Dat is een deel van de oplossing.”

Bovenste 500 meter als publieke verantwoordelijkheid

In de zaal zit Wil Kovacs van de gemeente Rotterdam. Hij beheert daar de ondergrond als ‘asset’. De bovenste 500 meter van de ondergrond moet volgens hem een publieke verantwoordelijkheid worden. Zonder dat de grond van eigenaar verandert, net zoals wegen onder de Wegenwet vallen. “Zo kunnen we de ondergrond transparant maken en bedreigingen voorkomen.”

Tanja Klip wijst erop dat die ondergrond tot 500 meter diepte geen statische situatie is. Daar moet je op letten, als je er regelgeving op wil loslaten.

Bas van de Griendt vindt het een goed idee: “We moeten duidelijk krijgen wat de draagkracht van de ondergrond is.”

Uitgangspunten voor TerrAgenda 2020

IBB-oprichter Jos Verheul stelt een fundamentele vraag: “Van wie is de bodem? Van wie is het landschap? Kunnen we naar aanleiding van die vraag komen tot enkele principiële uitgangspunten waarmee we de TerrAgenda 2020 kunnen openen?”

Bas van de Griendt antwoordt dat de draagkracht van de grond leidend moet zijn, volgens de Wet Bodembescherming. Maar Ronald Rovers vindt dat de draagkracht opnieuw gedefinieerd moet worden. Namelijk: geen hectare mag anders gebruikt worden dan wat volhoudbaar is in de tijd, met de daar aanwezige bronnen. Bas reageert dat het niet van deze tijd is om een huis te bouwen met uitsluitend de materialen die lokaal voorhanden zijn.

Tanja Klip doet een andere suggestie: “De bodem is de grond onder ons bestaan.” Alle wensen over onze leefomgeving hebben implicaties voor het bodem- en watersysteem.

Marcel Koeleman suggereert vanuit de zaal dat zelfvoorzienendheid een centraal principe zou moeten zijn voor de omgang met de grond. “Willen we de bodem gebruiken voor export of voor het leefcomfort van stedelijke bewoners? Willen we de wereldmarkt op of willen we onze eigen voedselvoorziening regelen?”

 

 

Samenvatting: punten voor de TerrAgenda

Aan het einde van de middag vatten Tanja Klip en Job van den Berg de belangrijkste punten voor de TerrAgenda samen. Job constateert dat niet iedereen het met elkaar eens is. De volgende punten zijn gehoord:

  1. Bodem en water in stedelijk gebied moet nadrukkelijker worden meegenomen. Is daarbij een herwaardering van bodem in stedelijk gebied mogelijk? (Bas van de Griendt, Joke van Wensem)
  2. Bodem en water zijn samen het ordenend principe voor alle transities. Water heeft tot nu toe te weinig aandacht gekregen. Door dit mee te nemen, kun je komen tot een systeemverandering. (Tanja Klip)
  3. We kunnen niet op automatische piloot doorgaan met geld besteden aan beleidsplannen van 20 jaar geleden, want de situatie is sterk veranderd. (Tanja Klip)
  4. Wetgeving en regelgeving lopen achter. De strenge scheiding tussen landbouw en natuur die daarbij is ontstaan, verhindert groene innovatie. Er is behoefte aan meer ruimte voor initiatieven als voedselbossen. (Geert Gabriëls, Kien van Hövell, Mary Fiers, Piet van IJzendoorn)
  5. Pachtbeleid van overheden (en andere grootgrondbezitters) mag niet gebaseerd zijn op de hoogste prijs. Andere waarden moeten meewegen. Zo kunnen we ook ruimte geven aan jonge duurzame intreders in de landbouw. (Mary Fiers, Kien van Hövell)
  6. Als we verstandig met de ondergrond willen omgaan, moet je van de bovenste 500 meter publiek domein maken. Landbouwgrond (en andere gemeenschappelijke bronnen) zou ook meer als publiek domein gezien moeten worden. (Wil Kovac, Jos Verheul, Klaas van Egmond)
  7. Een zekere mate van zelfvoorzienendheid en zelfbestuur is wenselijk. We moeten onze bodem inzetten voor behoeftes dichter bij huis, al is volledige zelfvoorzienendheid niet mogelijk. (Leo Klaassen, Piet van IJzendoorn)
  8. We moeten grondgebruik objectiveren en transparant maken. Kijk naar de fysieke mogelijkheden van een hectare, druk alle vormen van grondbeslag eens uit in hectares. Als je gaat objectiveren, krijg je beter inzicht in keuzes. (Ronald Rovers, Jos Verheul)
  9. Er moet meer aan bewustzijn en educatie gedaan worden, want bij burgers is de bodem een blinde vlek. Zoek aansluiting bij bijvoorbeeld Kennis- en Onderwijscentrum Bodem en Ondergrond (KOBO) voor het hoger onderwijs en het Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) voor het lager onderwijs. (Geert Gabriëls, Simon Moolenaar, Tanja Klip e.a.)
  10. Er bestaan nieuwe business modellen (van Jan Jonker) waarbij de samenwerking tussen partijen speciale aandacht krijgt. Die zijn erg nuttig voor samenwerking rond bodems, water en meervoudige waardecreatie. (Kien van Hövell)
  11. Landbouw is niet alleen voedselproductie. Er zijn vormen van landbouw die niet alleen natuurinclusief maar ook maatschappelijk multifunctioneel zijn. Daar is meervoudige waardecreatie mogelijk. Daar moet meer aandacht en ruimte voor komen. (Piet van IJzendoorn, Kien van Hövell)

Verslag Alexis de Roode, tekeningen Eva Flendrie.

Meer actualiteiten

overzicht →